Een stoominstallatie bestaat uit vier groteredis gehelen: stoomproductie, stoomtributie, stoomverbruikers en condensaatafvoer. Elk deel heeft een invloed op het totaalrendement.

Trefwoorden: #condensaatafvoer, #stoom, #stoomdistributie, #stoomproductie, #stoomverbruik

ENGINEERINGNET.BE - De diameter van de leiding moet worden aangepast aan het stoomdebiet. Wanneer de diameter te klein drukverlies optreden en zal de stoom het proces bereiken met een te grote druk en zal dit eerst beginnen tot grote druk verliezen optredende gevolgen van lawaai en erosie veroorzaken.

Indien de diameter groot is, is de installatiekost zonder enig voordeel, en ook de warmteverliezen en dus het stoomverbruik. Een correcte gedimensioneerde stroomleiding zorgt ervoor dat het drukverlies en de stoomsnelheid binnenbare grenzen blijven.

Ontwateren van stroomleidingen Zelfs met een correcte selectie van stoome leiding isolatie blijft stoom een ​​​​warmte afstaan ​​​​aan de omgeving. Hierdoor condenseert een gedeelte van de stoom en zal het gevormde condensaat door de stoom meegesleurd worden in de leidingen. Het is van het allergrootste belang dat condensaat zich nergens kan ophopen.

Het kan de werking van storingen veroorzaken indien het in de verbruikers komt en schade veroorzaken aan de leidingen en componenten. Indien dit condensaat in de warmtewisselaar komt, zal het condensaatfilm op het verwarmingsoppervlak vergroten en de warmte van de warmtewisselaar verminderen. Condensaat, dat zich voortbeweegt aan hoge snelheden, ontstaan ​​door erosie aan de zittingen van regelkleppen.

Waterslagen Waterslagen treden op indien het condensaat zich ophoopt en voortbeweegt in proppen doorheen de leiding aan stoomsnelheid. Deze proppen stoppen plots bij een klep of bocht. De kinetische energie vervat in de condensaatprop wordt bij contact met een obstructie omgezet in drukenergie veroorzaakt een drukstoot die aanzienlijke schade kan veroorzaken.

Om het probleem van de waterslagen te voorkomen, moeten de stoomleidingen om de 30 à 50 m, en op alle lage punten van hellinghernemingen, voorzien worden van een ontwateringspost. Een ontwateringspost bestaat uit een condensaatcollector en condenspot. Een condenspot is een toestel dat condensaat doorlaat maar geen stoom.

Er zijn verschillende typen condenspotten beschikbaar, die volgens hun eigenschappen en werkingsprincipes in drie groepen ingedeeld kunnen worden: vlottercondenspotten, thermodynamische condenspotten, thermostatische condenspotten.

Een vlottercondenspot het verschil op in dichtheid tussen stoom en condensaat en zal het condensaat afvoeren van het gevormd wordt bij stoomtemperatuur. Gesloten-vlottercondenspotten met thermostatische ontluchter én klokvlottercondenspotten zijn types vlottercondenspotten.

Thermodynamische condenspotten werken op het snelheidsverschil met stoom en condensaat door een grote opening stromen. Het condensaat wordt netto onder de stoomtemperatuur wordt. Thermostatische condenspotten werken op temperatuur en moet afhankelijk van het gebruikte thermostatische element, 15 tot condens30°C afkoelen onder de stoom temperatuur begint het doorgelaten wordt. Condenspotten volgens het druk-evenwicht-principe én bimetaal-condenspotten zijn typen thermostatische condenspotten.

Bij een belangrijke data condensaat wordt zodra het bedoeld wordt. Daarom is het aan te raden om, afhankelijk van de werkingsomstandigheden, een thermodynamische of een gesloten-vlottercondenspot te gebruiken.

Naast de condenspot zijn er nog enkele leidingtoebehoren die een ontwateringspost vormen: afsluiters: om de condenspot te isoleren voor onderhoud, filter: als bescherming tegen vuil, kijkglas: om de goede werking van de condenspot snel en visueel te controleren, terugslagklep: om een ​​​​omgekeerde stroming door de condenspot te installeren.

Drukreductie Dikwijls moet de stoomdruk worden verlaagd voor een bepaald proces. Om de stoomkwaliteit bij vertrek uit de ketel zo goed mogelijk te hebben, moet de stoom worden voortgebracht aan een druk die zo dicht mogelijk de zegeldruk van de stoomketel benadert.

Ook de stoomdistributie moet een zo hoog mogelijke druktie gebeuren, zodat de leidingdiameters zo mogelijk kunnen worden gekozen. Het kan zijn dat welbepaalde processen bij een lagere stoomdruk moeten werken, door een beperkte drukbestendigheid van apparatuur of omdat het proces dat vereist is. Bij de processen wordt dan lokaal overgegaan tot stoomdrukreductie via een stoomdruk reduceerstation.

Condensaatrecuperatiesysteem Een effectief condensaatrecuperatiesysteem is noodzakelijk om het condensaat uit de apparatuur te verwijderen en terug te voeren naar het huis. Het condensaat is water en bevat verder ook nuttige warmte. Dit moet de hoeveelheid warmte die de ketel moet leveren om het terug om te zetten in stoom.

Stuwen van condensaat Indien de tegendruk op een condenspot groter is dan de druk aan de inlaatzijde van de condenspot, dan loopt de warmtewisselaar vol condensaat. Dit valt op bij mannen “stuwen”. Het condensaat kan niet door de condenspot en hoop zich op de temperatuurregeling verstoord wordt.

Temperatuurregelmethodes Met stoom als primaire verwarmingsmedium in een toepassing voor warmteoverdracht via een warmtewisselaar zijn er verschillende regelmethodes. Bij de regelmethode moet rekening worden gehouden met de actuele werkingskeuzes. De volgende zaken zijn bepalend bij de keuze van de regelmethode: werkelijke stroomdruk in de warmtewisselaar, totale tegendruk op de condensaatzijde, secundaire van constante, secundair debiet: variabel constante, constructie van de warmtewisselaar.

door Door Davy Van Paemel, Energiespecialist stoominstallaties bij Spirax-Sarco Benelux

Wij laten het nieuws voor u zien

Blijf op de hoogte van het laatste nieuws uit jouw sector.

Schrijf je hier in voor de nieuwsbrief

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief en blijf op de hoogte van alle industriële en technische ontwikkelingen.

We sturen geen spam. Lees ons privacybeleid voor meer informatie. Door te regelen ga je akkoord met de algemene voorwaarden.